| Toekenningen | Beëindigingen | Lopende |
| | | uitkeringen |
| | | einde jaar |
2006 | 146.000 | 139.000 | 41.000 |
2007 | 129.000 | 134.000 | 42.000 |
2008 | 137.000 | 136.000 | 43.000 |
2009 | 140.000 | 140.000 | 43.000 |
2010 | 139.000 | 141.000 | 43.000 |
2011 | 137.000 | 145.000 | 43.000 |
2012 | 135.000 | 136.000 | 42.000 |
2013 | 134.000 | 133.000 | 40.000 |
2014* | 140.000 | 143.000 | 44.000 |
2015* | 138.000 | 140.000 | 42.000 |
2016* | 141.000 | 142.000 | 43.000 |
2017* | 141.000 | 137.000 | 42.000 |
- *Met ingang van 2014 worden ook de ZEZ-uitkeringen meegerekend. Vrouwen die als zelfstandige werken, krijgen wegens zwangerschapsverlof een uitkering volgens de Regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ).
De Wet arbeid en zorg (Wazo) regelt dat vrouwen een uitkering van minimaal 16 weken krijgen tijdens en na hun zwangerschap. Verder regelt de Wazo onder andere verlof en uitkering bij adoptie en pleegzorg. Het aantal mensen met een Wazo‑uitkering was eind 2017 met 42.300 2% lager dan eind 2016 (43.000). Deze aantallen zijn inclusief de uitkeringen wegens zwangerschapsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken, volgens de Zelfstandig en Zwanger‑regeling (ZEZ).
In 2017 hebben we 140.700 nieuwe Wazo‑uitkeringen toegekend (2016: 140.700). Het ging hierbij vrijwel geheel om uitkeringen in verband met zwangerschaps- en bevallingsverlof van werkneemsters: 129.300, evenveel als in 2016. Er zijn 900 uitkeringen wegens pleegzorg- of adoptieverlof toegekend, ook evenveel als in 2016. Ook zijn er 10.500 uitkeringen toegekend wegens zwangerschapsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken (10.500 in 2016).