Fraudethema’s 2018

We doen onderzoek naar meer georganiseerde en grootschalige fraude. Dit type onderzoek heeft, naast het opsporen van individuele regelovertreding, vooral als doel inzicht te verkrijgen in (mogelijke) fraudefenomenen, zodat we daarover adviezen kunnen geven aan de verschillende UWV‑onderdelen, de ketenpartners en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). In de eerste 8 maanden van 2018 hebben we met betrekking tot grootschalige fraude in totaal € 5,3 miljoen teruggevorderd, € 600.000 aan boetes opgelegd en € 18,5 miljoen bespaard doordat uitkeringen zijn stopgezet of niet zijn toegekend. Hieronder lichten we een aantal relevante onderzoeken kort toe.

WW-fraude door arbeidsmigranten

Begin september 2018 verschenen in de media berichten over fraude met WW‑uitkeringen door arbeidsmigranten die tegen de regels in niet in Nederland verblijven en daardoor niet beschikbaar zijn voor de Nederlandse arbeidsmarkt. De minister van SZW heeft naar aanleiding hiervan de Tweede Kamer nader geïnformeerd. Hij heeft daarbij aangegeven dat UWV vanaf 2009 diverse onderzoeken en handhavingsacties gericht op arbeidsmigratie heeft uitgevoerd (voor nog lopende onderzoeken zie hieronder), maar dat de aanpak van deze vorm van fraude achteraf bezien niet de benodigde urgentie heeft gehad. Op het hoogtepunt van de economische crisis en de daaruit voortvloeiende bezuinigingen lag de prioriteit voor zowel UWV als het ministerie van SZW bij het op peil houden van de dienstverlening van UWV.

Tegen de achtergrond van een stijgend aantal uitkeringen aan arbeidsmigranten zijn de onderzoeken en handhavingsacties gericht op arbeidsmigranten uit Midden- en Oost‑Europa vanaf 2014 geïntensiveerd. Er waren ook signalen over steeds geraffineerdere fraude, waarbij malafide tussenpersonen betrokken waren. Hiernaar zijn onderzoeken gestart die aanleiding gaven om strafrechtelijk onderzoek te starten. De handhavingsonderzoeken verschaffen ons steeds meer inzicht in de werking en het veranderende karakter van de WW‑fraude door arbeidsmigranten. Het is duidelijk dat we moeten blijven controleren op de specifieke verplichting om beschikbaar te zijn voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Verder is nader onderzoek nodig om bepaalde risico’s scherper in beeld te krijgen, zoals uitkeringsgerechtigden met een adres in het buitenland en de rol en de mate van inschakeling van tussenpersonen.

Met de minister hebben we afgesproken dat we de fraude door arbeidsmigranten strakker gaan aanpakken. We hebben de volgende maatregelen afgesproken:

  • We werken toe naar een solide systeem van adresregistratie, waarbij het adres in de Basisregistratie personen (BRP) voortaan leidend is. Dit systeem moet ervoor zorgen dat we tijdens de duur van de uitkering zicht hebben op de daadwerkelijke verblijfplaats van de uitkeringsgerechtigde. Alleen een correspondentieadres volstaat niet langer voor het krijgen van een uitkering. Zo wordt adresfraude moeilijker.

  • We intensiveren de controle op adresgegevens onder andere door regelmatig adresvergelijkingen uit te voeren, in samenwerking met andere partijen zoals gemeenten, de Belastingdienst en de Sociale Verzekeringsbank. Hiermee wordt zichtbaar of op 1 (post)adres meerdere uitkeringen worden ontvangen. Inmiddels hebben we een lijst opgesteld met ruim 30 adressen waarop veel uitkeringen worden ontvangen. Deze adressen worden op dit moment nader onderzocht. Daarbij kijken we ook naar het gebruik van tussenpersonen.

  • We scherpen het proces rond de papieren WW‑aanvraag aan. Papieren aanvraagformulieren moeten worden opgehaald op een UWV‑vestiging. De aanvrager moet zich voortaan altijd legitimeren. UWV registreert – uiteraard conform de wettelijke voorschriften – diens persoonsgegevens en verblijfsadres in Nederland. Personen die een papieren aanvraag indienen, roepen we per definitie op voor een werkoriëntatiegesprek. We zullen erop toezien dat zij ook daadwerkelijk verschijnen; het bezoek vormt een extra controle op verblijf in Nederland. Indien iemand zonder geldige reden niet komt opdagen, zullen we een maatregel opleggen.

  • Wanneer iemand die een WW‑uitkering aanvraagt zich laat vertegenwoordigen of vergezellen door een tussenpersoon, dan zullen we het verblijfsadres in Nederland en de naw‑gegevens van deze tussenpersoon, inclusief het nummer van diens paspoort of ID‑kaart, registreren. Deze registratiegegevens van tussenpersonen gaan we periodiek vergelijken. Indien daartoe aanleiding bestaat, zullen we onderzoek instellen. Op deze manier willen we bonafide tussenpersonen kunnen onderscheiden van malafide.

  • We zoeken de samenwerking met bonafide tussenpersonen. Op basis van een onderzoek dat we begin 2018 hebben afgerond, hebben we op 20 september een eerste gesprek gehad met een aantal tussenpersonen die willen samenwerken. We hebben daarbij geïnventariseerd wat de voorwaarden zijn voor een legitieme inschakeling van tussenpersonen. Uit dit gesprek is een aantal aanbevelingen tot verbetering van de uitvoeringspraktijk gekomen.

  • We gaan intensiever samenwerken met partners in het sociaal domein zoals de Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI) en de Inspectie SZW. We sluiten ons aan bij het programma Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA), waarin gemeenten, uitvoeringsorganisaties en departementen samenwerken aan het verhogen van de kwaliteit van adresgegevens in de BRP.

We zullen de minister jaarlijks – los van het jaarverslag – een rapportage sturen over de geconstateerde signalen en fenomenen uit de verschillende fraudeonderzoeken en hoe deze zijn aangepakt. De minister zal deze rapportage toesturen aan de Tweede Kamer, voorzien van een beleidsreactie.

IOWA

Naar aanleiding van een onderzoek van de Inspectie SZW naar 2 tussenpersonen die (voornamelijk) Poolse werknemers in Nederland hebben begeleid bij hun WW‑uitkering, zijn we in 2017 gestart met aanvullend onderzoek. Daaruit is duidelijk geworden dat het merendeel van deze klanten vóór hun eerste uitkeringsdag uit Nederland is vertrokken en daarom geen recht had op een uitkering. Deze uitkeringsperiodes lagen vooral in 2014, 2015 en 2016.

De laatste onderzoeken zijn eind 2017 afgerond. Momenteel zijn we bezig met de laatste bestuursrechtelijke afdoeningen. De onderzoeken hebben belangrijke inzichten opgeleverd over de gebruikte constructies. We hebben binnen het thema IOWA in het totaal al voor ruim € 1,1 miljoen aan terugvorderingen opgelegd en voor ruim € 0,5 miljoen aan boetes.

Tussenpersonen

In 2014 en 2015 heeft UWV 3 meldingen ontvangen over ex‑werknemers van een uitzendbureau die mogelijk niet in Nederland verbleven tijdens hun uitkering en de rol van hun (ex‑)werkgever. UWV heeft melding gedaan bij de Inspectie SZW, die de zaak in onderzoek heeft genomen en 2 tussenpersonen strafrechtelijk heeft onderzocht. Vanuit dit onderzoek heef UWV op zijn beurt een onderzoek ingesteld om inzicht te verkrijgen in de aard en omvang van het misbruik van uitkeringsgelden gefaciliteerd door deze 2 tussenpersonen. Er zijn 232 signalen onderzocht. Bij 94% daarvan is een overtreding vastgesteld. Er zijn 218 terugvorderingen ingesteld en 218 boetes opgelegd. De betrokken tussenpersonen zijn begin dit jaar veroordeeld.

Faillissementen

Nu het in Nederland economisch beter gaat, neemt het aantal WW-faillissementsuitkeringen af en daarmee ook het aantal meldingen van mogelijk onterecht aangevraagde WW‑faillissementsuitkeringen. Daarnaast zijn de mogelijkheden voor onderzoek hiernaar ingeperkt door veranderingen in de jurisprudentie, waardoor meerdere zaken niet langer als onrechtmatig worden bestempeld. De opbrengst die uit dit thema naar voren komt, is dan ook gedaald. Tot en met augustus is zo’n € 0,4 miljoen aan uitkeringen teruggevorderd en aan besparingen ingeboekt. De signalen die we behandelen zijn meer dan voorheen te typeren als echte fraudesignalen. Het zijn vaak signalen met maatschappelijke impact, die onderzoekshandelingen en daarmee onze inzet vergen.

Gezondheidsfraude

Er is sprake van gezondheidsfraude als een klant, zonder dat te melden bij UWV, activiteiten vertoont die niet passen bij zijn door ons vastgestelde belastbaarheid. Als er sprake is van vermoedelijke gezondheidsfraude, dan dragen we de klant voor voor een (her)beoordeling door een verzekeringsarts. De taskforce Gezondheidsfraude is in 2017 verder ingericht en begin dit jaar hebben we diverse procesverbeteringen doorgevoerd. Daardoor kunnen we nu sneller inschatten welke signalen en meldingen de moeite waard zijn om verder te onderzoeken. Hierdoor hebben we tot en met augustus 99 klanten voorgedragen voor een kansrijke herbeoordeling. Dit heeft een totale besparing op de uitkeringsgelden opgeleverd van ruim € 17,6 miljoen.

Gefingeerde dienstverbanden

We doen onderzoek naar dienstverbanden die alleen op papier bestaan en op basis waarvan onterecht een uitkering wordt geclaimd. In een pilot hebben we onder andere bekeken of we met de analysetool iBase grotere verbanden zichtbaar kunnen maken die tot op heden onzichtbaar en dus onaangepakt bleven. De uitkomsten van de evaluatie worden in oktober besproken.

Strafrecht

Binnen het Handhavingsarrangement is afgesproken dat UWV in 2018 70 à 90 processen‑verbaal indient bij het Functioneel Parket. Dit aantal gaan we niet halen: tot en met augustus 2018 zijn 22 processen‑verbaal ingeleverd. Voor een belangrijk deel is dit het positieve gevolg van de tegenwoordige automatische verrekening van inkomsten met uitkeringen. Ook speelt een rol dat ingestelde terugvorderingen vaak onder de aangiftegrens van € 50.000 blijven. We bekijken of er meer zaken in aanmerking komen voor strafrechtelijke vervolging. We zijn ons ervan bewust dat strafrecht een zeer zwaarwegend middel is en ook niet altijd het effectiefste.

LSI-interventieactiviteiten

Bij de interventieactiviteiten die de Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI) initieert, trekken we samen op met onder andere de Inspectie SZW en de Belastingdienst. Doel is onder meer om misstanden, uitbuiting en uitkeringsfraude gezamenlijk aan te pakken. Momenteel lopen er diverse projecten waaraan UWV actief deelneemt, zoals het project Aanpak malafide uitzendbureaus (AMU) en het project Schoonmaak. Binnen de verschillende projecten zetten we preventieve en repressieve instrumenten in. Zo voeren we onder meer veel werkplekcontroles uit. Hierdoor ervaren werkgevers en werknemers dat we streng naleven, waarvan een preventieve werking uitgaat.

Hennep

We doen onderzoek naar inkomsten uit hennepteelt die niet zijn opgegeven als inkomsten naast een uitkering. Daarbij hebben we waardevolle contacten opgebouwd met andere instanties.

Wijzigen inkomstenverhouding WW

We hebben onderzoek gedaan naar directeur‑grootaandeelhouders die hun inkomstenverhouding in de polisadministratie wijzigen met het oogmerk om in aanmerking te komen voor een WW‑uitkering. Ondanks dat het om relatief weinig daadwerkelijk onderzoekswaardige zaken gaat, blijkt uit de evaluatie van het onderzoek dat er wel degelijk een risico op het onrechtmatig verstrekken van uitkeringen bestaat. We zullen daarom met enige regelmaat dit soort codewijzigingen in de polisadministratie controleren.

Overige thema’s

We hebben ook onderzoek gedaan naar het met terugwerkende kracht fictief verhogen van de inkomstenopgaven van werknemers. Werkgevers doen dat mogelijk om te bewerkstelligen dat hun werknemers een hogere WIA‑uitkering krijgen. Afhankelijk van de uitkomsten van het eindrapport beslissen we of we preventieve maatregelen kunnen nemen en of we vaker onderzoek naar dit fraudefenomeen gaan doen. Verder voeren we, na een succesvolle pilot waarin we onderzoek deden naar mogelijke fraude binnen de sector erotiek, nu in LSI‑verband gesprekken om een interventieteam Erotiek in te richten.