| Toekenningen | Beëindigingen | Lopende |
| | | uitkeringen |
| | | einde jaar |
2006 | 146.000 | 139.000 | 41.000 |
2007 | 129.000 | 134.000 | 42.000 |
2008 | 137.000 | 136.000 | 43.000 |
2009 | 140.000 | 140.000 | 43.000 |
2010 | 139.000 | 141.000 | 43.000 |
2011 | 137.000 | 145.000 | 43.000 |
2012 | 135.000 | 136.000 | 42.000 |
2013 | 134.000 | 133.000 | 40.000 |
2014* | 140.000 | 143.000 | 44.000 |
2015* | 138.000 | 140.000 | 42.000 |
2016* | 143.000 | 142.000 | 43.000 |
2017* | 141.000 | 137.000 | 42.000 |
2018 t/ augustus* | 97.000 | 90.000 | 39.000 |
- *Met ingang van 2014 worden ook de ZEZ-uitkeringen meegerekend. Vrouwen die als zelfstandige werken, krijgen wegens zwangerschapsverlof een uitkering volgens de regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ).
De Wet arbeid en zorg (Wazo) regelt dat vrouwen een uitkering van minimaal 16 weken krijgen tijdens en na hun zwangerschap. Verder regelt de Wazo onder andere verlof en uitkering bij adoptie en pleegzorg. Het aantal mensen met een Wazo‑uitkering was eind augustus 2018 met 39.500 1% hoger dan eind april 2017 (39.000). Deze aantallen zijn inclusief de uitkeringen wegens zwangerschapsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken, volgens de Zelfstandig en Zwanger‑regeling (ZEZ).
In de eerste 8 maanden van 2018 hebben we 97.100 nieuwe Wazo‑uitkeringen toegekend (in dezelfde periode in 2017: 94.700). Het ging hierbij vooral om uitkeringen in verband met zwangerschaps- en bevallingsverlof van werkneemsters: 88.900, 2.000 meer dan in de eerste 8 maanden van 2017 (86.900). Er zijn ruim 600 uitkeringen wegens pleegzorg- of adoptieverlof toegekend, evenveel als in de eerste 8 maanden van 2017. Op basis van de ZEZ zijn er daarnaast ruim 7.500 uitkeringen toegekend wegens zwangerschapsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken, 400 meer dan in de eerste 8 maanden van 2017.