UWV hanteert de regels van de Aanbestedingswet 2012. Afwijkingen van deze regels worden gemotiveerd voorgelegd aan de raad van bestuur. Deze verleent een akkoord als de afwijking noodzakelijk is voor een ongestoorde dienstverlening aan de klant, want die staat voor UWV voorop. Soms levert een te strikte keuze voor rechtmatigheid forse risico’s op, in financieel opzicht en/of voor de continuïteit van onze dienstverlening aan de klant. Dan besluiten we om geen nieuwe aanbesteding te starten, of om daar langer de tijd voor te nemen om zo een zorgvuldige overgang naar een nieuwe leverancier te borgen. De komende jaren hebben we te maken met een aantal grote aanbestedingen zoals die voor een nieuw datacentrum, voor nieuwe applicatieleveranciers (voor onlinedienstverlening) en voor backofficeapplicaties. Aanbestedingen voor het ICT‑landschap en de daaruit voortkomende migratietrajecten leggen een zeer grote druk op de verandercapaciteit van UWV. We kiezen er daarom voor aanbestedingen te doen op momenten die logisch samenhangen met de verdere ontwikkeling van applicaties binnen ons ICT‑landschap. Op deze wijze leveren aanbestedingen een strategische bijdrage aan de langetermijncontinuïteit en stabiliteit van onze dienstverlening en voorkomen we kapitaalvernietiging en capaciteitsverspilling door migraties die louter zijn ingegeven door aflopende contracten.
We werken er voortdurend aan om onrechtmatigheid te beperken. We onderzoeken per situatie de oorzaken van de bestaande onrechtmatigheid, zodat wij adequate maatregelen kunnen treffen. Zo heeft de aanbesteding voor Informatievoorzieningsfuncties (IV‑functies) een belangrijk afname van onrechtmatige inhuur tot gevolg gehad. Als gevolg van gewijzigde aanbestedingswetgeving kunnen professionals niet meer rechtmatig via de flexpool worden ingehuurd. Om aan deze situatie een eind te maken, hebben wij een dynamisch aankoopsysteem ingericht. Hiermee kunne we nu verzekeringsartsen, bedrijfsartsen en niet‑gecertificeerde bedrijfsartsen, ANIOS’en en AIOS’en op rechtmatige wijze inhuren. De aanbesteding Communicatieadviseurs is voltooid, waardoor de onrechtmatigheid ook op dat punt zal dalen. Eind augustus 2018 bedraagt de onrechtmatige externe inhuur € 37,4 miljoen.
In overeenstemming met de wettelijke regels betrekken we bij de berekening van onrechtmatigheid de totale kosten over de periode van onrechtmatigheid en verantwoorden deze in het jaar van de onrechtmatige handeling. Het absolute bedrag aan onrechtmatigheid in een verslagjaar is daardoor onder andere afhankelijk van het aantal contractmutaties en afgeronde aanbestedingstrajecten in dat verslagjaar. In de eerste 7 maanden van 2018 is, om de bedrijfscontinuïteit te garanderen, een aantal contracten ter waarde van € 6,5 miljoen onrechtmatig afgesloten of verlengd. Over dezelfde periode hebben wij een onrechtmatigheid van uitgaven vastgesteld van € 6,5 miljoen.